De bij en haar ontwikkeling uit vleesetende, solitaire wespen is op zichzelf al een zeer opmerkelijk meesterwerk van evolutie. Evenzo interessant is de relatie tussen mens en bij. Velen kennen honing misschien alleen als de meest natuurlijke zoetstof ter wereld; de was in huidcrèmes of als kaars; het stuifmeel, de koninginnengelei of de propolis, bekend als "zoet gezondheidssupplement".
De bijen, als tamelijk onopvallend dier, maar de bloeiende planten hebben alleen gekleurde, nectarafscheidende plantendelen bij voorkeur tot ontwikkeling gebracht en beïnvloeden zo selectief de plantenwereld, die destijds alleen bestond uit varens, cipressen en grassen.

De veel grotere voordelen voor de mensheid, afgezien van het feit dat bijen zulke waardevolle bijenproducten produceren, liggen in hun bestuivingsvermogen. Vrijwel de gehele fruitproductie is direct afhankelijk van bestuiving door bijen, maar ook vlees, eieren of melk worden mogelijk gemaakt door de bestuiving van voederpeulvruchten. In bijna alle culturen ter wereld en in alle geschriften van de wereldreligies krijgt de bij een gepaste plaats; in veel geschriften is de bij bijna heilig.
Een land waar melk en honing rijkelijk vloeien, waar het leven een honinglikken is, of gewoon waar honingraat spreekwoordelijk werd en de klaagzang een koningin wordt genoemd, geeft aan hoe kostbaar de bijen en hun producten zijn geweest en zullen blijven. En wereldwijd, van de mensheid als zodanig.

Hoe wordt honing gemaakt?
Bijen, tenminste de De Europese honingbij, die we van nature overal ter wereld bij de mens aantreffen, heet in het Latijn Apis mellifera (Honigmacherin) en dat raakt de kern.
De bij ziet er erg actief uit en vindt (hopelijk) zoete plantensappen in de nectarvaten van de bloemen en soms ook in het zeefvatsap op bladeren en naalden. Met vaktermen spreken we van florale en extraflorale nectarbronnen voor de bijen.
De extraflorale nectarbronnen worden ook wel honingdauw of honingdauw genoemd en worden geproduceerd door Lachnids en Lecania, die op zoek naar aminozuren het overtollige zeefbuissap uitscheiden, dat vervolgens op de bladeren valt en 's ochtends en 's avonds (als het nog vochtig is) door de bijen wordt opgepikt.
Gelukkig is de imker (de bijen natuurlijk) wanneer de boomtoppen zoemen. De bijen brengen de nectar naar hun familie (bijen zijn een soort broertje of zusje van hun moeder). 100 mg nectar bevat de ladingen die aan andere bijen thuis worden gegeven of direct in cellen worden afgezet waar de bijen voor zorgen. Deze toevoegingen fermenteren en verwerken de honing, zodat de nectar in een paar dagen langzaam rijpt tot honing. De aanwezige suiker wordt gesplitst, water wordt verwijderd en er worden enzymen toegevoegd totdat de honing minder dan 20% water bevat. Vervolgens wordt de honing in de cellen afgesloten en is deze rijp.

Deze rijpe honingraten worden op een gegeven moment geoogst, op natuurlijke wijze bijenvrij gemaakt (hier zijn heel zachte mogelijkheden) en vervolgens blootgelegd en rondgedraaid met een katapult door de middelpuntvliedende kracht of vanwege de lichte helling van de cellen door de resulterende negatieve druk.
In dit geval wordt er geen warmte of zelfs maar hitte toegepast, omdat de honingraat toch al warm is en anders zou knarsen door de warmtetoevoer. Dan zou je de sling moeizaam moeten legen, schoonmaken en opnieuw vullen, en dan ben je de herbruikbare lege honingraat kwijt.
Het hardnekkige idee dat koudgegooide honing een criterium zou zijn voor kwaliteitshoning, blijft bestaan. Maar de term klopt niet en stamt uit de tijd dat je honing perste en nodigt je letterlijk uit om te sjoemelen. Om technische redenen wordt honing altijd koudgegooid. In principe zou je honing later kunnen koken en toch "koudgegooid" op het etiket kunnen vermelden, hoewel de honing dan alleen van industriële kwaliteit zou zijn. De gegooide honing wordt vervolgens seesei genoemd, dus gaat door zijn eigen zwaartekracht door verschillende zeefmazen en wordt ontdaan van wasdeeltjes en soortgelijke onzuiverheden.De manier waarop bijen honing produceren is niet anders dan miljoenen jaren geleden; de methode van honingproductie door de imker is al duizenden jaren vrijwel hetzelfde. Honing is dan ook de meest oorspronkelijke zoetstof ter wereld.
De wettelijke basis voor honing
Voor honing geldt de EU-honingverordening, die exemplarisch de handel in honing reguleert. Honing mag volgens de EU-honingverordening geen residuen bevatten (de tolerantie is hier "nul") van stoffen die niet in de honing voorkomen. Dit komt dus overeen met een zuiverheidseis.
Anthony Rossbach Krzysztof Niewolny